Running-therapie is het inzetten van hardlopen ten behoeve van het (overbelaste) brein. Het is een therapievorm waarbij je met je lichaam bezig bent, maar de effecten ervan zal je met name op psychisch gebied ervaren. Het is een therapievorm waarbij het praten in eerste instantie ondergeschikt is aan het bewegen.

Uit diverse onderzoeken blijkt dat lichamelijke inspanning een gunstig effect kan hebben op herstel van psychische klachten. Regelmatig bewegen is daarom, naast de behandeling die u al heeft, zeer aan te raden. Het versterkt de lichamelijk conditie en het voelen van verbetering daarvan geeft energie en bevordert het herstel. Ook is bewegen in groepsverband belangrijk voor het aangaan van laagdrempelige sociale contacten en kan het (zo nodig) weer wat structuur in uw leven aanbrengen; u komt weer onder de mensen. Tenslotte kan door actief bewegen een gezonde lichamelijke vermoeidheid ontstaan waardoor u weer beter kunt slapen.

Doelgroep: Voor mensen die bij Quanta in behandeling zijn voor stemmingsklachten, spanningsklachten, pijnklachten, sociaal isolement, vastzittende leefpatronen of een combinatie hiervan. Regelmatig is deze therapievorm een verplicht onderdeel van uw therapie in de Gespecialiseerde-GGZ en soms ook in de Basis-GGZ.

Doel: weer plezier krijgen in bewegen, het verbeteren van de stemming en de lichamelijke conditie, onder de mensen komen, weer structuur krijgen in het leven.

Methode

In een wekelijkse groep wordt ruim een uur aandacht besteed aan hardlopen (met sportieve oefeningen tussendoor). Elke deelnemer doet mee op basis van een persoonlijk hardloop-opbouwschema op uw eigen niveau. Na afloop wordt een half uur gezamenlijk iets gedronken; iedereen dient ook bij dit onderdeel aanwezig te zijn. Deze behandelvorm kan zowel individueel als in een groep van 2-6 personen gegeven worden. Er is begeleiding van één therapeut/ hardlooptrainer (KNAU). Deelname duurt maximaal 3 maanden. Er vindt op twee momenten een evaluatie plaats met de individuele behandelaar.

NB: Het wordt aangeraden om naast de wekelijkse groep nog 1 of 2 keer zelfstandig hard te lopen (de meeste opbouwschema’s gaan daar vanuit). Op die manier bouwt u een eigen hardlooproutine op, zodat u ook na deelname door kan gaan.